Bewaaradvies
Bewaar drakenfruit altijd in de koelkast.
Drakenfruit ken je misschien ook onder de naam ‘rode pitahaya’. En dat is niet eens een naam die 100% klopt, want de kleur gaat eerder in de richting van roze-rood. Er is ook een gele variant van. Allebei zijn het vruchten van een gewas waar je het niet één-twee-drie van verwacht: de cactus. Met die cactus heeft drakenfruit een beetje het gevaarlijke uiterlijk gemeen, met die groene uitsteeksels rondom de vrucht. Maar proef er gerust eens één: wat een exotisch snoepje is dit!
Waar drakenfruit precies naar smaakt? Het witte of rode vruchtvlees - het verschilt per variëteit - is zacht en lichtzoet, dus ideaal als je houdt van wat minder zoete exoten. Al die zwarte pitjes die er doorheen zitten kun je gewoon eten.
Het vruchtvlees met al die zwarte pitjes erin oogt heel decoratief. In plakjes gesneden is drakenfruit een echte aandachttrekker als garnering. Maar het is ook een prima gangmaker in een frisse zomerse salade. En als je cheesecake een keer aan variatie toe is: doe het met EAT ME drakenfruit.
Simpel: de vrucht verticaal halveren en in plakjes snijden of uitlepelen. De schil is niet eetbaar.
Bewaar drakenfruit altijd in de koelkast.
De cactusplanten die de heerlijke rode drakenvruchten voortbrengen vind je in nogal wat landen: Thailand, Vietnam, Israël, Guatemala, Honduras en Colombia. Zo’n cactus heeft anderhalf jaar nodig voor de eerste vruchten kunnen worden geoogst. Dat oogsten vraagt trouwens enige handigheid. De telers knippen gewoon een stuk van de tak af om de vruchten los te halen. In Vietnam gaat de productie zelfs het hele jaar door. De telers daar maken gebruik van belichting om de planten door te laten groeien. Slim gevonden!