Panna cotta betekent gekookte room in het Italiaans. Deze room heeft een frisse noot door de limoen. Je kunt ook nog wat geraspte limoenschil toevoegen, dan is extra fris, maar dan ben je wel de zachte, fluweel structuur van dit toetje kwijt.
Week drie gelatineblaadjes minimaal 5 minuten in koud water. Pers de limoenen uit.
Schenk de slagroom in een steelpan en voeg 75 gram suiker, vanille-extract en het limoensap toe en breng tot tegen de kook aan.
Voeg de uitgeknepen gelatine toe en roer tot de gelatine helemaal is opgelost. Laat iets afkoelen en verdeel de room over 4 glazen. Laat 2 uur opstijven in de koelkast.
Maak intussen de bramengelei. Week de resterende twee gelatineblaadjes minimaal 5 minuten in koud water. Doe de bramen in een steelpan maar houd 4 mooie apart voor garnering. Voeg 2 eetlepels water en de rest van de suiker toe en breng aan de kook.
Laat 5 minuten koken of tot de bramen zacht zijn en pureer ze met de staafmixer glad. Schenk het bramenmengsel door een zeef en doe het sap weer terug in de pan. Voeg de uitgeknepen gelatine toe en roer tot de gelatine helemaal is opgelost. Laat afkoelen tot kamertemperatuur of tot het net begint te geleren en verdeel het over de panna cotta’s.
Laat nog 1 uur opstijven in de koelkast. Garneer vlak voor serveren met de achtergehouden bramen en de munt.
Tip: Vervang de bramen door blauwe bessen, frambozen of aardbeien.
