Maak eerst de papajajam. Halveer de papaja in de lengte en schep met een lepel de zaadlijsten eruit. Verwijder de schil en snijd het vruchtvlees in stukken van 1,5 cm.
Weeg 500 gram vruchtvlees af (bewaar de rest) en doe in een pan met 200 ml water. Breng aan de kook en laat op laag vuur 5 minuten koken. Pureer met de staafmixer tot een gladde jam. Voeg de geleisuiker toe en laat nog 5 minuten koken. Laat afkoelen in de koelkast.
Verwarm de oven voor op 180° C. Bekleed de bakplaat met bakpapier.
Doe voor het cakebeslag de eieren met de basterdsuiker en het vanille-extract in een vuurvaste kom. Hang de kom in een pan met een laag kokend water (au bain-marie) en klop met de mixer in ca. 5 min. lichtgeel en luchtig. Klop minimaal tot de suikerkristallen helemaal zijn opgelost.
Neem uit de pan en klop nog een paar minuten door. Zeef de bloem, maïzena en 1 mespunt zout erboven en spatel het er zo luchtig mogelijk door. Verdeel het beslag in een egale laag over de bakplaat. Bak de cake in ca. 15 minuten gaar. Laat op een rooster min. 2 uur afkoelen.
Rasp voor de vulling de groene schil van 1 limoen en pers alle limoenen uit. Klop de slagroom met de mixer stijf. Klop de mascarpone luchtig en voeg het limoensap, -rasp en poedersuiker toe. Spatel de slagroom er zo luchtig mogelijk door.
Snijd de rest van de papaja in blokjes van 5 mm. Keer de afgekoelde cake op een stuk bakpapier en trek voorzichtig het andere vel bakpapier eraf. Bestrijk de cake met de papajajam, maar houd 2 cm aan de lange kant vrij. Bedek de jam met limoenroom en bestrooi met de papajablokjes. Maar houd van beide wat achter voor garnering.
Rol de cake vanuit de lange kant voorzichtig op. Decoreer de rol met limoenroom, papajablokjes en eventueel extra limoenplakjes.
