Atjar tjampoer is een bekend Indonesisch bijgerecht. De frisse smaak past goed bij gekruide gerechten en is een vast onderdeel van de rijsttafel. Met kurkuma geef je atjar de herkenbare gele kleur.
Schil de kurkuma en gember en snijd in stukjes. Halveer de rawit peper in de lengte en verwijder de zaadlijsten. Snijd het vruchtvlees fijn. Snijd de knoflook fijn.
Verhit de zonnebloemolie in een pan en roerbak de kurkuma, gember, rawit en knoflook ca. 4 minuten. Voeg 600 ml water, de azijn en de kristalsuiker toe. Breng aan de kook en laat op laag vuur 30 minuten koken.
Snijd ondertussen de bloemkool in kleine roosjes. Snijd de komkommer in reepjes. Schil de winterpeen en snijd in reepjes. Verwijder de zaadlijsten van de paprika en snijd in reepjes. Snijd de witte kool ook in reepjes.
Schenk het gekookte inmaakvocht door een zeef en doe terug in de pan. Voeg de gesneden groenten toe en breng opnieuw aan de kook. Laat nog 7 minuten afgedekt op laag vuur koken. Laat van het vuur 1 uur afgedekt afkoelen. Schep in een brandschone weckpot en bewaar in de koelkast.
Tip: De atjar is ca. 3-4 weken houdbaar. Bewaar in de koelkast.
