Verwarm de oven voor op 180 graden. Laat het filodeeg even ontdooien. Vouw het dan uit en snijd het in 8 stukjes, zodat het 8 kleine taartbodempjes worden. Zorg dat ieder kaartbodempje 3-4 laagjes filodeeg heeft.
Mix de geitenkaas, hüttenkäse, rozemarijn of tijm en een snuf zout met je staafmixer tot een gladde crème. (Voeg eventueel 1-2 eetlepels olijfolie of water toe om ‘m iets vloeibaarder te maken. Het blijft wel een dikke crème!)
Was de asperges en snijd de kontjes eraf. Snijd ze doormidden zodat het kortere stukjes worden die op de taartjes passen, snijd ze vervolgens ook één keer over de lange kant doormidden zodat ze iets dunner worden.
Verdeel de geitenkaascrème over alle taartjes. Smeer ze helemaal in en laat de buitenste halve centimeter van de taartjes vrij. Leg dan op ieder taartje een paar stukjes asperge.
Zet de filodeegtaartjes 25-30 minuten in de oven, tot de randjes van het filodeeg mooi goudbruin zijn. Haal ondertussen de pitjes uit de granaatappel (pas op je kleding!) en hak de amandelen in kleinere stukjes.
Serveer de taartjes met de gerookte amandelen en granaatappelpitjes.
Tip: je kunt er ook één grote filodeeg-plaattaart van maken door het deeg niet in stukjes te snijden maar helemaal heel te laten
